Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij deelde uit aan het ganse volk, aan de ganse menigte van Israel, van de mannen tot de vrouwen toe, aan een iegelijk een broodkoek, en een schoon [43]stuk [vlees], en een fles [wijn]. Toen ging al dat volk heen, een iegelijk naar zijn huis. 43. Dit verstaan de Hebreen van zulk een stuk of gedeelte van een beest, gelijk vrienden op grote gastmalen elkander te dien tijde plachten te vereren. Sommigen menen dat het Hebreeuwse woord eschpar komt van vuur en vet; dat is te zeggen een rundgebraad.